Hoe frustrerend kan het zijn als een ander niet reageert zoals jij had verwacht. Hoe kan dat nu toch, hoe komt het dat je het niet begrijpt?
Zodra de spanning en de druk oploopt dan vallen we als mens vaak terug in ons natuurlijke gedrag. Dit heeft alles te maken met de verschillende persoonlijke stijlen zoals we deze vanuit het DISC-model kennen. Als we ieders natuurlijke gedrag herkennen, en weten hoe we hiermee om moeten gaan, geeft dit ons een leidraad bij het oplossen van eventuele problemen en frustraties.
Wat zegt het DISC-model over ons?
DISC is een model wat menselijk gedrag en drijfveren in kaart brengt. De letters staan voor de kwadranten Dominantie, Invloed, Stabiliteit en Consciëntieusheid. Maar hoe uiten deze persoonlijkheden zich in de praktijk?
- Iemand met een hoge D score ziet bijvoorbeeld zijn eigen fouten niet en geeft anderen de schuld.
- Iemand met een lage D score kan makkelijker toegeven dat hij fout zat.
- De I in ons raakt verward of wordt doelloos wanneer er frustratie aan de orde is. Hij kan gaan ratelen en over- emotioneel worden.
- De S in ons wordt bezorgd of depressief wanneer hij gefrustreerd is. Dit wordt niet snel geuit en aan het gezicht van een hoge S valt dit ook niet snel af te lezen.
- De C in ons trekt zich terug als reactie op frustratie en gaat hard nadenken. Wanneer iemand de C vraagt ‘maar waarom heb je niets gezegd?’ kan een C antwoorden ‘Niemand vroeg me iets’
Wanneer vullen de persoonlijkheden elkaar aan en wanneer juist niet?
De complementaire stijl is de beïnvloedingsstijl. Deze liggen tegenover elkaar in de grafiek. Deze persoonlijkheden vullen elkaar aan, maar zodra er een spanningsveld ontstaat worden de complementaire stijlen juist elkaars tegenpolen. Een hoge D temperament stoort zich aan een S en een I temperament heeft eerder last van het gedrag van een C.
C en I zijn complementaire stijlen. Onder gunstige omstandigheden vullen zij elkaar goed aan. Waar C meer details en informatie zoekt, zorgt I voor de mensgerichte kant. Als er een spanningsveld ontstaat, wordt het mensgerichte van de I te wollig voor de C en vraagt de C om meer details. Een I gaat er dan juist nog meer voor zorgen het mensgerichte niet uit het oog te verliezen. Hierdoor wordt een C juist nog afstandelijker of taakgerichter.
Hetzelfde geldt voor de D en de S. In gunstige omstandigheden vullen ze elkaar fantastisch aan. D neemt de beslissingen en S voert deze uit. Worden de omstandigheden minder gunstig dan stoten D en S elkaar af. D kan heel kort door de bocht worden, iets snel door willen voeren en S tot beslissingen dwingen. De S wil daarvoor meer instructie of tijd hebben en komt juist niet meer in actie.
Zelf aan de slag?
Wil je aan de slag met het DISC-model? Bekijk de mogelijkheden voor teamcoaching en individuele coaching.